Trossen los – Deel 1 – Interview Freek Mulder en Sjoerd Hofland

De trossen zijn los, de trainingen zijn begonnen. Net als vorige seizoenen laten we als aanloop naar het SKS kampioenschap fans, donateurs en sponsoren (hernieuwd) kennis maken met steeds 2 van de bemanningsleden van de Sneker Pan. 

Deze keer: Freek Mulder en Sjoerd Hofland

Stel je zelf voor

Freek: “Ik ben 24 jaar. Ik woon in Leeuwarden, pal achter de Oldehove die ik vanuit mijn achterdeur kan zien. Vanuit mijn voordeur zie ik de Vrouwenpoortsbrug. Ik heb jaren als gastheer in de horeca gewerkt, maar ik wou wel eens wat anders. In de horeca werk je ‘s avonds, ‘s weekends en alle feestdagen. Dan heb je weinig tijd voor hobby’s en andere dingen. Op een gegeven moment zag ik een vacature voorbijkomen van leerling tentenmaker. Dat sprak me wel aan; inmiddels doe ik dit al weer een jaar. Je beide banen wel met elkaar vergelijken: je hebt op een bepaalde manier inzicht nodig. In de horeca ging dat feilloos, nu als leerling tentenmaker moet ik de kneepjes van het vak nog leren.”

Sjoerd: “Ik ben 23 jaar en woon in centrum Sneek. Een mooi plekje, maar een tuintje erbij zou wel leuk zijn. Ik werk bij ScheepswerfTalsma als sales engineer. Daar verzorg ik de achterkant van de verkoop.  Op het moment dat commerciële man bijna een opdracht heeft binnen gehaald, kom ik binnen om dat af te tikken. We richten ons op alles van staal in de maritieme sector, we doen verbouw en reparatie van stalen schepen tot een meter of 70.”

Als de koeien voor het eerst in de wei zijn, gaan ze helemaal los. Hoe was het om voor het eerst weer van wal te steken?

Freek: “Geweldig, ik kijk er echt naar uit; ik kijk uit naar het omhoog gaan van de temperaturen. Voor niet zeilers loopt de kalender van januari t/m december, bij skûtsjesilers loopt die van skûtsjesilen naar skûtsjesilen. Zo’n eerste training heb ik echt een grijns op mijn gezicht hoor. Na de eerste training hadden we een lunchbuffet, samen met het bestuur. Hartstikke gezellig. Na de eerste training is het weer een kwestie van laten inslijpen van handelingen.”

Sjoerd: “Het is niet dat ik er niet van kan slapen, maar wel iets waar ik naar uit kijkt. Natuurlijk zijn we in de winter wel druk bezig met onderhoud. Maar daar ben je op een gegeven moment ook wel eens mee klaar. Als je dan zo’n eerste keer met een beetje knap weer en een zonnetje op het Snekermeer vaart en daar is bijna nog niemand…Daar word ik wel blij van. Dat is een heel andere beleving dan in de zomer als het hartstikke druk is op het water.”

De mensen bij jou op het werk, wat merken die van het skûtsjesilen?

Freek: “Zelf vertel ik er niet veel over. Wel word ik er op aangesproken. Dan vragen belangstellende collega’s -vooral de echte Friezen- bijvoorbeeld: Heb je het nieuwe tuig al gebruikt of: Ben je al aan het trainen geweest?”

Sjoerd: “Mijn baas is schipper geweest bij de IFKS. Veel van mijn collega’s hebben met hem op op anders skûtsjes meegezeild. Dus, als het niet over het werk gaat, gaat het al gauw over het skûtsjesilen.”

Het skûtsjesilen, wat moet je er voor doen, wat moet je er voor laten?

Freek:  “Wat je ervoor moet doen, is er altijd zijn. En dat voor de volle 100%; dat is nodig om kampioen te worden. In mijn geval hoef ik er niets voor te laten, het zeilen gaat buiten het werk om. Hoogstens moet ik een verjaardag voorbij laten gaan, maar daar ben ik niet rouwig om. Ik heb elke keer weer zin in de training, ik heb nog nooit meegemaakt dat ik geen zin zat. Natuurlijk is de training wel iets waar ik rekening mee houd. Op zaterdagavond het licht uit doen, dat kun je niet maken tegenover de rest. Ik ga niet meer elk weekend uit, maar als ik dan weer eens ga is het leuk.”

Sjoerd: “Wat ik er voor doe is er veel tijd in steken, bijvoorbeeld door op zondag te trainen. Dat is geen straf: Ik mag graag zeilen. Ik zeil zelf wedstrijden in een Finn. Aan die wedstrijden kan ik alleen meedoen als ze op een zaterdag, op speciale dagen zoals Pinksteren zijn of buiten het seizoen vallen. Januari dit jaar was ik nog in Miami voor het WK in de Finn.  Met 25 graden was het daar lekker warm. Op zaterdagavond tot laat de stad in, is iets dat ik laat voor het skûtsjesilen.”

Ligt het boek ‘schippersvrouwen, verhalen boven water ‘ van Sippie Tigchelaar en Alice Booy op jouw nachtkastje?

Freek: “Het boek ken ik niet. Ik heb wel van Douwe Visser gehoord, hoe belangrijk vrouwen vroeger waren nu nog steeds zijn voor het skûtsjesilen. Bij mij zijn het vooral mijn ouders die mij steunen. Ze zijn mijn trouwste fans. Logisch toch, dat heeft toch elke ouder? En ja: mijn vrienden zien me twee weken niet. Maar de rest van het jaar ga ik wel met hun mee.  

Sjoerd: “Nee, maar ik heb er wel iets over gelezen in de krant.  Je kent die verhalen van vroeger wel: dat die vrouwen moesten jagen als er geen wind stond en dat het een rauw bestaan is geweest. Het is haast niet voor te stellen hoe het er toen aan toe ging. Op mijn nachtkastje ligt geen boek, wel heb ik in het vliegtuig naar Miami een boek over de tweede wereldoorlog gelezen.”

Hoe is jouw invulling van de vakantie, los van de SKS?

Freek: “Ik neem me altijd voor om de rest van mijn vakantie te plannen, maar ik doe het nooit. Eigenlijk vind ik altijd wel iets om te doen. Misschien ga ik na afloop ook nog de IFKS zeilen. Anders ga ik varen met de boot die ik samen met mijn vader heb: een Westerly Berwick. Dat is een Engels zeilschip.”

Sjoerd: “Op mijn werk zijn wij gebonden aan de vier weken van de bouwvak. Na de SKS doe ik waarschijnlijk nog 1 week met een ploeg maten van mij mee aan de IFKS. Dat is wel een heel andere beleving: vooral voor de leuk, hoewel we ook wel willen presteren. Daarna nog een weekje niks en een beetje relaxen.” 

Uitsmijter 

Freek: “Ik hoop dat we tijdens het SKS zo goed mogelijk de stad zullen vertegenwoordigen. We gaan er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen. Aan de inzet zal het zeker niet liggen.”

Sjoerd: ”Nog twee keer knipperen met de ogen en het is alweer bouwvak.”

Niets gevonden.

Meer nieuws