DE MANNE VAN DE PANNE deel 4.

Elke maand trakteren we fans, donateurs en sponsoren van de Sneker Pan op verhalen over ‘de Manne van de Panne’. Deze keer: Sjoerd Hofland en Peter Kant.
Met wie hebben we het genoegen?
Sjoerd Hofland: “ik ben 22 lentes jong en ben bijna klaar met mijn studie. Op 22 maart lever ik mijn scriptie over duurzaamheid in de scheepvaart in. Geen stress, het voelt zeer relaxt. Ik kan nu zelf mijn tijd indelen en en daardoor efficiënter werken. Daarna ga ik aan het werk, ik kan aan de bak bij Talsma in Franeker waar ik nu ook stageloop. Ik woon nu weer in Sneek en dat bevalt me prima. Daar mis ik dat ik het water op kan. Al mijn vrienden wonen hier of in Groningen. Aan boord heb ik een vrije rol. Bij de start sta ik voorop op de uitkijk. Daarnaast geef ik een stuk ondersteuning bij de tactiek. Dit wordt inmiddels met 6de seizoen aan boord van de Sneker Pan, ik ben in 2017 opgestapt. Nog nat achter de oren en dan al zo lang op het water.”
Peter Kant: “ ik ben 30 jaar, woon in Irnsum en ben de derde man aan de grootschoot.. Ik ben timmerman en heb het poepiedruk, daarom zit ik hier nu nog in mijn werkkloffie.. Ik werk 6 tot 7 dagen per week en maak werkdagen van ‘s ochtends vijf tot ‘s avonds tien uur. Vooral in Friesland, maar momenteel in Groningen. Daar zijn we bezig met renovatie van studentenvastgoed van een bekende huisjesmelker. We beleven daar de leukste dingen. Zwervers die overnachten in het gebouw. Mensen die zich rot schrikken als wij vanaf de steiger naar binnen kunnen kijken. Studenten die terug komen van het stappen en ons dan willen ‘helpen’ met timmeren. Die raken niet veel meer, dus we lachen ze uit en dan gaan ze weer weg.”
We zitten in de voorjaarsvakantie/carnavalsvakantie. Heb je iets met met carnaval of andere feesten?
Peter: “je ziet mij niet in de polonaise. Ik ga niet meer op stap, dat zegt me niet zoveel meer. Vroeger ging ik op vrijdag naar kroegen in Sneek of Leeuwarden de kroegen. Of naar festivals in de Veenhoop Grou, de Sneekweek. Maar je wordt ouder dan wordt het minder. In de Twee Gemeenten in Irnsum is er nog steeds wel muziek; ze hebben het opgeknapt en het ziet er leuk uit hoor. Ik ben ook niet van het dansen. Ik geniet meer van aan de bar zitten, lekker bier drinken en sterke verhalen vertellen. . Hoe later de avond hoe mooier de verhalen.”
Sjoerd: “Ik vind carnaval een verschrikkelijk feest. Ik heb niks met verkleden. Ik ga wel op stap in Sneek, maar de clubs en disco’s zijn niet aan mij besteed. Ik zit liever op het terras. Toen de kroegen weer open gingen, heb ik er samen met mijn maten wel weer van genoten. Leuk om met zijn allen ergens anders heen te gaan. Thuis is het ook prima hoor, maar dan maak je nog eens wat mee. “
Hylke Speerstra brengt in het boek ‘ de Stem van het water’, een ode aan de laatste echte schippers, die onder zware omstandigheden de kost verdienden.
Welk boek ligt er op jouw nachtkastje?
Peter: “Ik lees geen boeken, daar heb ik helemaal niks mee. Ik heb niet eens een computer. Ik ben alleen maar aan het werk op dit moment, Een workaholic. Na het werk om 16.00 doe ik mijn eigen klussen. Met hard werken probeer ik wat op te bouwen. Ik ben blij dat het zeilen straks weer begint, dan doe je ook eens wat anders.”
Sjoerd: “Sommige van mijn studieboeken zitten na vier jaar nog in het folie. Maar ik lees wel eens een boek. Het liefst over historie, geschiedenis vond ik vroeger een leuk vak. Een boek over de oorlog mag ik graag lezen. Laatst heb ik nog een gangsterverhaal gelezen, die over de Heinekenontvoering. Het is niet zo dat ik op zondag denk: ik ga lekker lezen. Maar als ik zoals laatst met het vliegtuig ga, dan koop ik een boek. Ik lees alleen als ik weet dat ik het in een ruk uitlees. Daarnaast wil ik nog wel eens een documentaire bekijken. Vaak ook een historische. Ik ben geen stilzitter, ben liever met mijn handen aan het werk.”
In hoeverre moet cultureel erfgoed zoals een skûtsje meegaan met de tijd?
Peter: “ik vind dat het bij het oude moet blijven, dat vind ik mooi. Niet teveel nieuwe technieken, hoewel het wel mooi is dat skûtsjes nu meer aan elkaar gewaagd zijn. Dan is het eerlijke strijd, waarbij het aankomt op de kracht van de schippers en de wind.”
Sjoerd: “Ik ben een voorstander van gebruiken wat voorhanden is, economisch voordelig en duurzaam is. We hebben voorschriften die nog stammen van vroeger. Aan de andere kant hoeft het voor mij ook niet hypermodern. Ten opzichte van vroeger staat de mastkoker bijvoorbeeld steeds verder naar achteren. Vroeger had je trouwens de ingang van de roef aan de zijkant, de Sneker Pan heeft dat tot 1990 gehad. Dat hebben ze veranderd omdat je anders sneller zinkt. Feit is ook dat de belangen groter worden, er wordt steeds meer geld ingestoken. Als bemanning vecht je ook ergens voor. Je gaat niet op zijn elfendertigsten varen en maar kijken wat er komt. Dat is niet waarom je aan boord bent gestapt.”
Hoe kijk je aan tegen de start van het seizoen en het eind van het seizoen?
Peter: “6 maart starten we het seizoen met een gezamenlijke brunch en het maken van de foto’s. Dat hoort erbij, maar ik vooral zin om het water op te gaan. Lekker door weer en wind en knallen. Ik ga voor een podiumplekje, de prijzen daar doen we het voor!”
Sjoerd: “ik krijg er steeds meer zin in, merk dat vaker overdag dat gevoel me bekruipt. We hebben wel getraind, maar er waren steeds restricties. Wanneer mogen we beginnen. Trainen en samen zeilen is leuk, maar als je niet kunt pieken is de spanningsboog weg.”
Nog een uitsmijter?
Peter: “De groeten aan moeder, die leest alles over de Sneker Pan en vindt het geweldig dat ik erbij ben. Wanneer kom jij dan aan de beurt, vroeg ze laatst toen ze deze artikelen las. Ze werkt in een verzorgingshuis in Grou, daar is iedereen natuurlijk voor Grou. Zij niet: mijn zoon zit op Sneek.”
Sjoerd: “ik ben blij dat we eindelijk los kunnen gaan. Ik vond het lastig de motivatie te vinden toen het zo lang duurde. Nu weer volle bak.”
Niets gevonden.

Meer nieuws