In aanloop naar het SKS kampioenschap 2025 nemen we fans, donateurs en sponsoren mee in het reilen en zeilen van de Sneker Pan. Dit doen we steeds door middel van een interview met een aantal bemanningsleden. Deze keer zijn dat: Hotze Venema en Wilko Riezebos
Stel jezelf eens voor
Hotze: “Hotze Venema, 32 jaar. Ik woon in Sint Johannesga en ben timmerman van beroep. Aan boord ben ik verantwoordelijk voor de uitkijk tijdens de start en daarna voor de hals en trim.”
Wilko: “Wilko Riezebos: 46 jaar, woonachtig in Haskerdijken. In het dagelijks leven ben ik zzp ‘er in de sales. Ik zit aan de grootschoot.”
Hoe heb je de Foarwedstriid ervaren?
Hotze: “Om 08 .00 uur meldden we ons op Terherne. We lagen bij een eilandje voor Terherne. Sjoerd heeft ons opgehaald met de sleepboot. Daarna hebben we met zijn allen aan boord een bakje koffie gehad, besproken wat Jappie wilde en hoe het spul op het skûtsje moest staan. Vervolgens hebben we de boot klaargemaakt en even ingezeild. Er stond een stevige wind, kracht 4/5. Bij de eerste wedstrijd hadden we een beste start. We sloegen een groot gat, dat later wel wat kleiner werd. Maar we zijn wel 1e geworden, een mooie opsteker. Daarna zijn we terug naar het eiland gegaan en hebben we samen aan boord gegeten. Al snel daarna startte de tweede wedstrijd. Ook hier hadden we een hele beste start. We gingen als tweede om de bovenste ton en zijn als derde gefinisht.
Vanwege de wind was het hard werken, iedereen was op. Eigenlijk waaide het te hard om echt een krachtmeting aan te gaan.”
Hoe kijk je vooruit naar de SKS?
Hotze: “We zijn een mooie ploeg met gedreven en enthousiaste mensen. Met name de nieuwe jongens zijn bloed fanatiek, waardoor een dynamiek aan boord ontstaat waarin we elkaar positief beïnvloeden.”
Wilko: “Ik heb er wel vertrouwen in. Het wordt heel spannend. In mijn beleving ligt de Top 5 heel dicht bij elkaar. De uitslag is mee afhankelijk van de wind die we tijdens de SKS krijgen. Is er weinig wind, dan hebben schepen met meer doek, zoals Langweer en Leeuwarden voordeel. Is er meer wind, dan kunnen we mooi meedoen met ons nieuwe tuig, nieuwe fok. Ik ben benieuwd, we gaan het zien.”