IN HETZELFDE SCHUITJE – Deel 3

In aanloop naar het SKS kampioenschap 2024 laten we fans, donateurs en sponsoren (hernieuwd) kennis maken met een aantal bemanningsleden van de Sneker Pan. Deze keer: Henk de Zee en Hotze Venema. 

Stel jezelf eens voor

Henk: “Ik woon lekker aan het water in Goingarijp en ben manager opleidingen bij een bedrijf in bliksembeveiliging en elektronica op safety.  Vorig jaar stond ik nog aan de lier. Dit jaar maak ik plaats voor Sven en Einte. Ik word dit jaar 57, maar zolang ik zeiltechnisch iets kan toevoegen ga ik mee. Ik vind het leuk Sven en Einte iets bij te brengen en uit te leggen. Het leuke is, dat zij heel leergierig zijn en van alles vragen.“

Hotze: Ik ben 31 jaar en woon samen met Mirjam en onze kinderen Jinte en Bente in Sint Johannesga. Ik ben zzp’er; doe werk als  timmerman in de bouw of als uitvoerder of voorman bij aannemers. Aan boord sta ik op het voordek als 3e man bij de schoot. Op het voordek is het mijn taak te zorgen dat we op tijd bij de startlijn zijn.”

Hoe gaat het er aan toe tijdens een training?

Henk: “Op vrijdagavond krijgen we van Jappie door wat we op zondag gaan doen. Dan kan iedereen zich daar mentaal op voorbereiden. Dan ga ik alvast zelf kijken: wat brengt het weer? Hoe ligt de Snekermeer er dan bij? Wat gaat dat betekenen voor de boothandling, de zeilstanden, het draaien voor de wind, het gebruik van de fokkeloet en het gijpen? Het is belangrijk dat we dat na de veranderingen aan boord weer onder de knie krijgen.”

Hotze: “Op zondag komen we om 09.00 uur bij elkaar in het hok. Dan bespreken welke onderdelen we proberen te verbeteren. De ene keer wil Jappie bijvoorbeeld met de grootschoot aan de gang; een andere keer met wat er gebeurt op het voordek. Dat wordt dan het doel van de training. Als we besproken hebben wat we gaan trainen, gaan we de meer op. Daar trainen we van 10.00 tot 12.30 wat we afgesproken hebben. Als het zo als laatst hard waait, heb ik echt het zweet op het voorhoofd. Dan is het bijna teveel van het goede. Dan ben je meer bezig met de boel overeind houden dan met trainen en ben je naderhand kapot.”

Henk: “Bij vertrek klokken we nog hoe lang het duurt om het zeil omhoog te hijsen. Dat is belangrijk voor de wedstrijden op Earnewâld en de Veenhoop. Halverwege de training doen we het zeil naar beneden en praten we samen zaken door: Wat ging goed, waar moeten we nog om denken? Daarna gaan we weer het water op om te proberen de puntjes op de i te zetten. Ja, die keer dat het zo hard waaide, waren er wel vlagen van windkracht 7. De meer was toen vrijwel leeg. Een andere keer hebben we de nieuwe fok uitgeprobeerd. Dat is een heel groot verschil met de vorige. Een genot om te zien hoe die functioneert. Dat geeft de burger moed.”

Hotze: “Tijdens de training is iedereen altijd serieus bezig met wat ie moet doen. Als we weer bij het hok zijn aangekomen, bespreken we even hoe het is gegaan.  Daarna is iedereen vrij om te gaan en staan waar ie wil. Meestal ga ik vrij snel weer naar huis, want ik heb altijd veel te doen. Mijn werk gaat 24/7 door en dan zijn er thuis nog twee kleine kinderen die aandacht vragen.” 

Henk: “Kort en krachtig, daarin zit ‘m de kracht van de nabespreking. De ene gaat daarna naar huis, de ander blijft nog even gezellig nazitten.  Als ik thuiskom schrijf ik voor mezelf op hoe de ervaringen waren en wat er zoal gezegd is. Aan het eind van het jaar heb ik altijd een heel boekwerk.”

 

Tekst: Riemie van Dijk

Niets gevonden.

Meer nieuws