Voorafgaande aan het SKS kampioenschap tracteren we fans, donateurs en sponsoren van de Sneker Pan op verhalen over ‘de Manne van de Panne’. Deze keer: Tineke en Freek Mulder.
Met wie hebben we het genoegen?
Tineke: Ik ben bijna 35 jaar. Ik ben getrouwd en heb een zoontje van 2 jaar. We wonen in Drachten. Ik werk als verpleegkundige in de psychiatrie. Ooit ben ik via mijn vader begonnen bij een gerestaureerd skûtsje in Drachten. Ik had al een klein beetje ervaring opgedaan in de IFKS, voordat ik de overstap maakte naar de SKS. Aan boord van de Panne ben ik peiler. Dat vind ik een mooi plekje. Ik zit overal tussen in en kan mooi heen en weer bewegen. Dat past bij mij.
Freek Mulder: Ik ben opgegroeid in Grou en woon nu in Leeuwarden. Ik ben gastheer in Grand Café Jan in Weargea. Daar kun je eten volgens het shared dining concept. Shared dining betekent dat er meerdere gerechten op je tafel worden gezet. Deze gerechten deel je met al je tafelgenoten. Een vriend van me zeilde IFKS op het skûtsje van Langweer. Daar heb ik een keertje meegetraind en ik vond dat zo leuk, dat ik vaker mee wilde gaan. Dus toen ben ik gaan kijken op welke skûtsjes nog plekken vrij waren. Zo kwam ik op de Sneker Pan. Aan boord ben ik voorhouder. Ik ben tweede fokkenist. Ik reageer op hetgeen wat Jappie achterop zegt.
Eindelijk is het dan zover: 21 mei jullie eerste echte wedstrijd
Tineke: Ja, heerlijk dat we na zo’n lange periode corona eindelijke weer normale dingen kunnen beleven. Daar beleef ik plezier aan en word ik enthousiast van. Corona speelde een grote rol in mijn werk. Vanwege mijn werk wilde ik risico vermijden. Daar is het lastig om 1 ½ meter afstand te houden van patiënten. Het was niet de bedoeling dat zij, mijn collega’s of ik zelf corona zouden krijgen. Lange tijd mocht ik niet weg en dat heeft impact. Dan was het ook nog een keer zo, dat ik tijdens de eerste lockdown een kind heb gekregen. Die is twee maanden te vroeg en in het ziekenhuis geboren. Heel die corona tijd heb ik zo klein geleefd. Dat alles weer kan, is onwennig. Het voelt gek om weer zo vrij te zijn en je in grote menigten te begeven. Ik word enthousiaste van het idee dat we volgende week een wedstrijd hebben. Datzelfde weekend heb ik ook een familie weekend. Dus wordt het heen en weer rijden en ben ik na de tijd waarschijnlijk niet meer veel waard.
Freek: ja, ik heb er zin in. Corona had ook impact op mijn werk in de horeca. Ik had minder uren, dus heb er een baantje bij moeten zoeken. Daarnaast ben ik een supporter van sc Heerenveen.. Altijd wedstrijden bekijken voor de tv. en lege stadions, dat is niets. Ik vind het fijn dat ik daar weer naar toe mag. We hebben veel getraind en ik ben heel nieuwsgierig hoe dat er straks uit ziet in de wedstrijd. Drie weken geleden dacht ik al: het is straks zo ver. Eigenlijk ben ik haast elke dag bezig met het zeilen. Ik mag het er graag over hebben met mensen. Ik heb nu echt het gevoel: we mogen los.
Hoe bereid jij je voor op het SKS en wat doe jij tijdens het SKS?
Tineke: Op mijn werk heb ik het hele schema aangepast, zodat het werkbaar is voor mezelf, mijn gezin en de bemanning. Zodat ik aan boord het beste uit me zelf kan halen en niet uitgeput ben. Zaken passend makend, dat kan ik goed. Ik ga tijdens het SKS heen en weer rijden. Ik heb geen eigen boot meer. Voor herstel van lichaam en geest is het goed dat ik een goede nacht thuis maken. ‘s Ochtends bijtijds vertrekken, vind ik niet erg. Ik houd er van heen en weer te rijden, voor mijn werk in Zuidlaren moet ik ook elke keer ¾ uur heen en weer rijden. Zo kan ik tot mezelf komen.
Freek: Ik prakkiseer er veel over. Zo haal ik regelmatig de trainingen weer terug: waarom doen we wat we doen. Mede bemanningslid Wiko heeft een sportschool, daar heb ik een paar keer alle spiergroepen getraind. Ik ben er nog niet over uit, wat ik ga doen tijdens de SKS. We hebben een kruisertje, dus ik kan overnachten. Of toch op en neer rijden? Beide heeft iets. Bij het skûtsje blijven is vast gezellig. In je eigen bed slapen, dan heb je afstand en ben je de volgende ochtend fris.
Wat zijn jullie ambities?
Tineke: Ik heb goede hoop, we zijn heel gedisciplineerd aan het trainen. Ik voel me hele trots als Fries dat ik hier bij mag zijn. Dat is al geweldig. Als we dan ook nog als team het hoogst mogelijke eruit halen, ben ik tevreden. We zijn een echt team aan het worden.
Freek: Daar ben ik het helemaal mee eens. We zijn een fijn team. We vallen elkaar niet af. We vangen elkaar op door een stap harder te lopen. We doen alles op elkaar beter te maken. Ik hoop het maximale eruit te halen en zo hoog mogelijk te eindigen. Ik hoop resultaat zien van de uren die we er in gestoken hebben, zodat we naderhand kunnen zeggen: we hebben er alles aan gedaan.
Nog een uitsmijter?
Tineke: het giet oan.
Freek: We gaan ervoor, knallen!
Tekst: Riemie van Dijk